Dag 16

 

Maandag 17 september Chernobyl en Pripyat

 

Het is een prachtige, of zal ik zeggen “stralende” dag wanneer we in de ochtend in een busje richting Chernobyl vertrekken. Hoewel de meningen verdeelt zijn over de risico’s van een bezoek aan de plaats waar in 1986 een kernreactor in brand stond, één ding is zeker, de reis er naartoe is een zenuwslopende beproeving. Het lijkt wel of het busje op kernbrandstof rijdt, de chauffeur heeft een gaspedaal met maar twee standen, áán en uit. Hij loodst ons op volle snelheid Kiev uit. Eenmaal de stad verlaten en met de lege wegen naar het noorden in zicht, gaat het plankgas over de weg, de kuilen en hobbels slalommend vermijdend. Maar, de talisman die de chauffeur aan zijn binnenspiegel heeft hangen heeft zijn werk goed gedaan, zowel de heen- als terugreis hebben we zonder kleerscheuren overleeft. Anders had u dit verslag niet kunnen lezen!

 

Hoe noordelijker we komen, hoe leger en slechter de wegen worden. We stoppen bij de brandweerkazerne van waaruit de eerste brandweermannen naar de centrale gezonden werden om de brand vlak na de explosie te blussen. Ze verkeerden in de veronderstelling dat het een “gewone” brand betrof en hadden totaal geen benul van de vrijkomende straling. Ter nagedachtenis van deze slachtoffers is op het terrein voor de centrale een monument opgericht.

 

30 kilometer van Chernobyl verwijderd passeren we het eerste checkpoint. Aan de hand van onze paspoorten wordt gecontroleerd of we inderdaad de personen zijn die op de lijst van aangekondigde bezoekers staan. Nadat we de slagboom zijn gepasseerd worden we in een kantoortje, met behulp van wat landkaarten en foto’s over de omvang en omgeving van de ramp geïnformeerd. We moeten een formulier ondertekenen dat geheel in het Ukrains is opgesteld. Hiermee stemmen we in dat we over de veiligheidsmaatregelen in het gebied zijn geïnformeerd en dat we verklaren ons hier aan te houden. We zullen nog twee van deze checkpoints passeren, alvorens we in de buurt komen van de plaats van de centrale.

Nadat reactor 4 in 1986 is geëxplodeerd, zijn de reactoren 1, 2 en 3 nog tot begin jaren 90 in bedrijf gebleven. Reactor 5 en 6 staan nog steeds in de roestende steigers en zullen nooit afgebouwd worden.

 

Zo’n 200 meter van de sarcofaag verwijderd kunnen we foto’s maken. De geigertellers, niet alleen die van de gids, maar ook de moderne versie van onze medereizigers, geeft weliswaar een verhoogd stralingsniveau aan, het blijft echter ruimschoots binnen de veilige grenzen. We mogen reactor 4 slechts uit één hoek vandaan fotograferen, dat doet vermoeden dat er toch ook een militaire achtergrond aan deze centrale zit of heeft gezeten. 

Na de fotosessie rijden we door naar het dorpje Pripyat, de plaats waar het personeel van de centrale met hun families woonachtig was, en dat na de ramp volledig is ontruimd.

De bijnaam spookstad is begrijpelijk, het gebied staat vol met ontvolkte flatgebouwen, winkels, een school en een ziekenhuis. Alle persoonlijke bezittingen zijn in de haast meegenomen, toch zijn er nog veel zaken achtergebleven.

In de ruimte waar voorheen een supermarkt was gevestigd lijkt een wervelstorm te hebben gewoed. Winkelwagentjes staan kris-kras in de ruimte, vlak naast de koelvitrines en een openstaande koffieautomaat. In een voormalige meubelwinkel staan als eenheidsworst rijen Sovjetmeubelen onder een dikke laag stof, al 24 jaar tevergeefs te wachten op een koper. In het voormalig ziekenhuis treffen we op de bovenste etage een bibliotheek aan, met de boeken op de grond. Van het pretpark staan de botsauto’s en het reuzenrad te roesten, de restanten van wat ooit een plezierig tijdverdrijf was van de jeugd.

 

Op de vijftiende etage van een flatgebouw waarvan we de trappen bestijgen om van bovenaf wat foto’s te maken, treffen we in een hoek een gemummificeerde hond aan. Een zichtbaar slachtoffer van de kernramp. Of is het beest gestorven van de honger nadat zijn baasjes hem achtergelaten hebben, wie zal het zeggen.

 

Na 24 jaar doet de natuur haar best om het gebied over te nemen. Op plaatsen waar vocht aanwezig is, groeien planten, struiken of bomen uit het beton omhoog.

 

Wanneer we Pripyat verlaten hebben, en over een schijnbaar gewone weg rijden, slaan de geigertellers plotseling op hol. We rijden langs het “Red forest”. Dit is het bos waar de rookpluim vlak na de explosie overheen trok en als het meest radioactieve gebied van de omgeving geldt. Een plek waar je niet te lang moet blijven, de chauffeur trapt het gaspedaal zowat door de bodem van de bus heen.

 

We krijgen een meer dan uitgebreide lunch aangeboden in het informatiecentrum, maar niet eerder nadat we uitgebreid onze handen hebben gewassen. Op de terugweg passeren we de checkpoints in omgekeerde volgorde, bij de laatste wordt het voertuig en de inzittenden op straling gecontroleerd. Bij een vorig bezoek moest één van de bezoekers zijn schoenen achter laten omdat het stralingsniveau hiervan te hoog bleek te zijn. Van ons gezelschap hoeft niemand achter te blijven, in volle vaart rijden we weer terug naar Kiev.

Klik hier voor meer foto´s van deze dag